Welkom! Mijn naam is Viktor, en ik houd me bezig met alle mogelijke obscuriteiten. Op deze blog zal ik mijn ervaringen als occulte onderzoeker bij het Furchtinstituut documenteren. Een verhaal is waar, een verhaal is onwaar... Maak ervan wat je wilt.
Maandag 23 augustus
Vandaag was mijn eerste dag bij het Furchtinstituut. Ik heb de andere werknemers ontmoet: een zekere dr. Wijnbeek, die zich kenmerkt door haar voorkeur voor een rechtlijnige aanpak, en een zekere Emma, die een nerveuze indruk maakte. Zelf ben ik ook enigszins nerveus. We moesten samen een test doorstaan om het instituut binnen te komen. Eenmaal daar maakten we kennis met Etiënne Du Voyant, een excentrieke en ondoorgrondelijke man met een charmante snor. Ook ontmoetten we Ollie, iemand die al bij het instituut werkte, maar slechts sinds kort. Ze vervangt blijkbaar de vorige archivist, een zekere Henriëtte de Jager, die recent is gestorven. Er is een bepaalde schoonheid in het bekleden van de positie van een overledene, alsof je hun lege plek in de wereld overneemt. Alleen al daarom mag ik Ollie meteen.
We ondertekenden contracten en kozen onze eerste casus. Dit was casus B, waarbij we het vreemde gedrag van Nathalie Smolders gaan onderzoeken. Ze schijnt soms in het latijn te zingen, veel meubels te verschuiven, en de lampen in het appartement los te draaien. In het appartement wat zij deelt met opdrachtgever Katrien Molenaar vonden we dichtgenaaide gordijnen en cryptische informatie, zoals afbeeldingen van sterrenbeelden en notities die refereren naar een boerderij in Zeist, een zekere meneer Git, en een zekere pater Maxim. Toen ik een kijkje wilde nemen onder het bed was daar slechts een angstaanjagende ondoordringbare duisternis. Alleen al nu ik dit schrijf voel ik me weer misselijk van angst. Het is alsof dat ding een draadje in mijn brein heeft losgehaald en het langzaam begint te rafelen. Iets in mij wil het veilig wegstoppen. Maar een ander, sterker deel wil zich naar binnen keren, met mijn vingers graven in de vezels, het loswoelen en trekken – Maargoed, ik dwaal af.
Toen Nathalie bijna thuiskwam zijn we wezen kijken op het gevonden adres, waar we een schuur met dichtgeplakte ramen en een norse bewoner aantroffen. Van Etiënne horen we dat er een kind genaamd Felix Edelbert ontvoerd is, die het sterrenbeeld Libra heeft. We hebben de politie ingeschakeld. Ondertussen is het donker geworden. Het was te laat voor ons om iets te doen.
Het vallen van de nacht ligt als een onuitgesproken dreiging boven ons. Ik schrijf deze notities op papier in een slaapkamer van het instituut, want digitale methoden werken hier niet zo goed. We hebben besloten om vannacht samen hier te blijven. We zijn allemaal zenuwachtig.
Het is mijn eerste dag bij deze baan, en ik heb me nog nooit zo onveilig gevoeld. Maar toch ben ik niet ontmoedigd, integendeel. Het voelt als krabben aan een oude wond. Ik kan het niet goed uitleggen.